De relatieve omvang van de staatsschuld

Meer dan 370 miljard euro en 99,8% van het BBP, zoveel bedraagt de Belgische staatsschuld in 2012. Dat kan enorm veel lijken, maar in werkelijkheid maakt België sinds 2012 deel uit van de harde kern van de eurozone en behoort het tot de beste leerlingen. En dat terwijl de economische context nog lang niet rooskleurig is.

Het Agentschap van de Schuld maakt deel uit van de Algemene Administratie van de Thesaurie van de FOD Financiën. Dit agentschap beheert de federale staatsschuld en zorgt er onder meer voor dat de financiële kost zo laag mogelijk is. Dat betekent specialistenwerk op de markten en rekening houden met risico’s.

Momenteel heeft België de vijfde hoogste staatsschuld in de eurozone. Onze staatsschuld is nog steeds hoger dan het gemiddelde, hoewel ze niet veel meer van dat gemiddelde afwijkt. Twintig jaar geleden bedroeg de Belgische staatsschuld namelijk het dubbele van het niveau in de eurozone (134%, terwijl de andere landen slechts 63-64% bereikten). Hoewel de staatsschuld eind 2012 bijna 100% van het BBP bedroeg, blijft ze dus toch aanvaardbaar als we dit alles in aanmerking nemen.

Jean Deboutte

directeur van het Agentschap van de Schuld

We hebben de 100% kunnen vermijden. Eind 2012 zaten we op 99,8% van het BBP.

Wat was de toestand van de Belgische staatsschuld in 2012?

J.D.: In 2012 is de schuldgraad - het volume van de schuld ten opzichte van het BBP - gestegen. Dat is vooral te wijten aan externe factoren, zoals de steun aan landen in moeilijkheden. Het is een globaal fenomeen; in die zin dat alle andere landen van de eurozone die Portugal, Griekenland en Ierland hebben gesteund, hun schuld eveneens hebben zien stijgen als gevolg van die hulp. Die financiële inspanning wordt in de schuld opgenomen en vertegenwoordigde toch 1,5% van het BBP in 2012. En dan was er de herkapitalisering van Dexia. Dat was nog eens 0,78% van het BBP (of 2,9 miljard euro). Gecombineerd met de steun aan de probleemlanden was dat erg veel. Maar we hebben ook een terugbetaling van KBC ontvangen die hoger was dan voorzien.
Het is waar dat er globaal sprake was van een licht negatieve groei (- 0,3%) en een begrotingstekort van 3,1% (het effect Dexia niet meegerekend), zodat de schuld in elk geval licht zou zijn gestegen. Maar we hebben de 100% kunnen vermijden. Eind 2012 zaten we op 99,8% van het BBP. De schuld is dus gestegen, maar de financieringskost van de schuld is gedaald.

Waarom mag de schuld niet meer dan 100% van het BBP bedragen?

J.D.: Daar is geen economische reden voor, maar het is een beetje een waarschuwingsdrempel. In België zijn we van 134% in de jaren 90 overgegaan naar minder dan 100% nu. We hebben de situatie dus kunnen rechttrekken. Die evolutie pleit in het voordeel van België. Dat weegt door in de ogen van de investeerders. Geen enkel ander land heeft dit soort programma kunnen voorleggen. Als we de 100% ook in 2013 kunnen vermijden, is dat in elk geval een troef.

Is de ‘stabilisering’ van de schuld verbonden met het bezuinigingsbeleid dat in Europa en in België wordt gevoerd?

J.D.: In België daalt het begrotingstekort wel al sinds 2009, onder meer omdat de regering maatregelen heeft getroffen op het vlak van de inkomsten, maar ook op het vlak van de uitgaven. Nu heeft de herkapitalisatie van Dexia in 2012 het tekort tot 3,9% doen oplopen. Anders zou het 3,1% bedragen, wat toch een zeer grote daling is ten opzichte van 5,6% in 2009. Het stabiliteitsplan voorziet een begroting in evenwicht in 2015. Maar het gaat om een structureel evenwicht. Dat betekent dat als de economie in 2015 nog steeds niet goed draait, er nog een tekort zal zijn, ook al zou dit beperkt moeten zijn.

Het goede beheer van de schuld heeft dus invloed op de buitenlandse investeringen?

J.D.: Ik denk dat het heel belangrijk is dat een land bewijst dat er effectief economische en ook politieke stabiliteit is. De beleggers hebben zich gedurende enkele maanden vragen gesteld, maar hun reacties waren uiteindelijk positief omdat België zich het afgelopen anderhalf jaar goed heeft gedragen. Er was een groei, het tekort werd teruggedrongen, zelfs zonder regering met ’volledige bevoegdheden’. België bleek dus in staat om dit soort situatie het hoofd te bieden, wat in andere landen niet altijd het geval is. Toch blijft wat wij in België hebben meegemaakt, voor buitenlanders zeer moeilijk te begrijpen.