De distributie van de Belgische federale schuld

4.1. De primaire markt

4.1.1. De primaire OLO-markt

De vraag van investeerders uit de eurozone (België + andere eurozonelanden) steeg lichtjes tot 56,51% van de totale vraag. Het opgenomen bedrag door Belgische investeerders bedroeg in 2012 nog 16,17% van het totale geplaatste bedrag, wat een lichte daling was ten opzichte van het vorige jaar. Deze daling volgde echter op een sterk toegenomen vraag in 2011.

Voor het tweede jaar op rij was er heel beperkte vraag (1,92%) vanuit Azië, daar waar dit in 2010 nog 9,92% was. Ook vanuit Amerika/Canada bleef de vraag beperkt tot 1,96%.

De vraag vanuit de andere Europese landen die niet tot de eurozone behoren, daalde licht (tot 38,19% van het geplaatste bedrag). Vooral voor de nieuwe benchmark op 5 jaar (OLO 67) was er een grote vraag vanuit deze landen (57,5% van het geplaatste bedrag).

Wat het type investeerders betreft, kan men opmerken dat de vraag vanwege de banken (33,57%) en pensioenfondsen (4,88%) vrij stabiel bleef t.o.v. 2011. Verder kan er een grote stijging van de vraag van de verzekeringsinstellingen en fondsenbeheerders waargenomen worden. Ze namen respectievelijk 20,5% en 37,42% van het geplaatste bedrag op. Opvallend was de sterke daling van de vraag van de centrale banken en andere overheidsinstellingen (van 15,41% in 2011 naar 3,55% in 2012).

 

4.1.2. De primaire markt van de schatkistcertificaten

De uitgifte van schatkistcertificaten gebeurt enkel via een aanbesteding waar de primary en recognized dealers papier opnemen voor eigen rekening of voor rekening van investeerders. De Schatkist beschikt hier dus niet over cijfers die toelaten om na te gaan bij welk type investeerder en in welke geografische zone ze geplaatst worden.

4.2. De secundaire markt

Vooreerst dient vermeld dat de volgende conclusies enkel gebaseerd zijn op de cijfers die verkregen werden van de primary en recognized dealers. Zij zijn de voornaamste verhandelaars van onze schuld, maar niet de enige. De cijfers laten echter wel toe om bepaalde trends af te leiden. Ook dient opgemerkt te worden dat het enkel de aan- en verkopen van eindinvesteerders betreft, en dus niet die van de interdealermarkt.

4.2.1. De secundaire OLO-markt

Net zoals de voorbije 4 jaar steeg (+6%) het verhandelde volume op de secundaire OLO-markt in 2012.

De netto-aankopen van OLO’s door de investeerders daalden met 15% maar waren wel aanzienlijk hoger dan in de periode 2008-2010.

Ondanks deze daling waren er heel wat types van investeerders waarvan de netto-aankopen stegen. Zo stegen de netto-aankopen door investeerders uit de andere eurozonelanden met 25%. Ook nam de interesse van Aziatische en Noord - en Zuid-Amerikaanse beleggers voor de OLO’s op de secundaire markt sterk toe. Daar waar ze in 2011 nog netto-verkoper waren, werden ze netto-aankoper voor een aanzienlijk bedrag. De stijging deed zich vooral voor vanaf de maand juni.

De netto-aankopen door Belgische investeerders daalden. Deze daling volgde echter op een zeer sterke stijging in 2010 en 2011.

De Europese investeerders van buiten de eurozone bleven net zoals in 2011 netto-verkopers van OLO’s.

De netto-aankopen door commerciële banken (-43%) en verzekeringsmaatschappijen (-37%) daalden sterk. Fondsenbeheerders (+149%) en centrale banken (+67%) kochten significant meer dan in 2011. De pensioenfondsen, hefboomfondsen en privébeleggers waren netto-verkopers van OLO’s.

 

4.2.2. De secundaire markt van de schatkistcertificaten

Het verhandelde volume op de secundaire markt van de schatkistcertificaten bleef quasi gelijk (+1%).

De netto-aankopen van schatkistcertificaten stegen met 4%.

Er waren vooral grote netto-aankopen door investeerders uit de andere eurozonelanden en door Europese investeerders buiten de eurozone. Na een terugval in 2011, stegen de netto-aankopen vanuit Azië opnieuw naar het niveau van 2010. Verder was er een daling van de netto-aankopen door Belgische en Amerikaanse investeerders.

De centrale banken bleven veruit de voornaamste netto-aankopers van de schatkistcertificaten. Na een sterke daling in 2011 stegen hun netto-aankopen opnieuw met 23%. Ook commerciële banken en fondsenbeheerders bleven aanzienlijke netto-aankopers van de schatkistcertificaten. De netto-aankopen van de commerciële banken daalden met 23%, en deze van de fondsbeheerders bleven stabiel.

De pensioenfondsen, verzekeringsmaatschappijen, hefboomfondsen en privébeleggers betoonden zoals gewoonlijk geen interesse voor schatkistcertificaten.

 

4.2.3. Het houderschap van OLO's en schatkistcertificaten

Het houderschap van OLO’s door buitenlandse investeerders daalde in 2012. Eind december 2012 was 42,9% in handen van buitenlandse investeerders. Daarmee wordt de trend die midden 2008 begon verdergezet.
Bij de schatkistcertificaten zette de tendens naar meer internationalisering zich verder in 2012. Eind december werd 91,7% van de schatkistcertificaten aangehouden door buitenlandse investeerders. Een historisch hoogtepunt werd eind september bereikt toen 94,2% buiten België werd aangehouden.